Bloed

Het menselijk lichaam bestaat voor 55% (vrouwen) tot 60% (mannen) uit water. Dit is wel afhankelijk van de spiermassa. Spieren bevatten immers 3x zo veel vocht als vet. Van deze 60% is ongeveer 1/13 of 7% bloed. Dit geldt voor volwassenen. Een pasgeboren baby heeft bijvoorbeeld maar 300-400 ml bloed in het lichaam. Bloed bestaat voor 55% uit bloedplasma en voor 45% uit bloedcellen (rode en witte bloedcellen en bloedplaatjes). Het wordt via het hart door je gehele lichaam gepompt. Via het bloed worden zuurstof en voedingsstoffen opgenomen door de verscheidene organen en op de weg terug neemt het afvalstoffen weer mee.

Bloedgroepen

In 1900 werd door Landsteiner ontdekt dat er verschillende bloedgroepen bestaan. Tot die tijd was een bloedtransfusie dan ook zeer riskant. Er worden 4 bloedgroepen worden onderscheiden: A, B, AB en Nul (ook wel als letter o uitgesproken). Bloedgroepen worden door de ouders overgedragen.

Vele soorten bloedziekte

Er bestaan vele soorten bloedziekte, ook wel hematologische aandoeningen genoemd. Hiervan zijn enkele zeer zeldzaam, maar de meer bekende zijn bijvoorbeeld hemofilie, trombose en longembolieën. Het meest bekend is natuurlijk de verhoogde bloeddruk. Het is van belang regelmatig je bloeddruk te meten. Tegenwoordig is dat bijzonder gemakkelijk. Een bloeddrukmeter ligt niet meer alleen bij de huisarts, maar ook in vele huishoudens.